Om ook daadwerkelijk voldoende “MEGO-gebruikers” te krijgen maakte Meerding & Goedhart intensief reclame voor hun product in de plaatselijke kranten. Zij nodigden potentiële kopers uit om een gratis demonstratie van het nieuwe radiomerk bij te wonen. Om vertrouwen te winnen op de markt werd er een garantietermijn van twee jaar ingesteld op alle onderdelen, uitgezonderd de batterijen. Voor de man met de kleine beurs was het mogelijk om een MEGO aan te schaffen tegen ruime afbetalingstermijnen.
Uit bekende serienummers blijkt dat al deze marketing- activiteiten niet voor
niets waren, en dat er zeker honderden D4’s verkocht werden. Gegevens uit het archief van de gemeente Helmond vermelden dat na de oorlog o.a 50 MEGO ontvangers [voor die tijd al oude toestellen] teruggegeven zijn aan de eigenaars, die deze gedurende de oorlog af hadden moeten staan. 28 Minimax toestellen werden ingeleverd in Helmond . Deze werden bijna allemaal na de oorlog weer opgehaald.
Ondanks het redelijke succes van de MEGO D-serie is er nooit een vervolg op gekomen. Meerding & Goedhart hadden genoeg zakelijk inzicht om te beseffen, dat ze met Philips als buurman, weinig kans van slagen hadden op de radiomarkt. Ook zullen problemen met octrooien de productie en de ontwikkeling van nieuwe toestellen bemoeilijkt hebben.
Mego type D4 model 1928 (serienummer 315A). uit de verzameling van F Donkers. Dit toestel en de nodige onderdelen (zie de onderstaande foto’s), zijn afkomstig van Henny Meerding. Zoals de kortegolfspoel van het Mego-toestel D4 hierlangs afgebeeld, is een eigen uitvinding. Wat blijkt uit het telegram hieronder.